Rijk en beroemd in de 18e eeuw Wat is een philosophe? De salons De boekenwereld
Parijs on a shoestring. 
	Handleiding voor de beginnende philosophe
De Franse philosophes uit de Verlichting maakten zich misschien wel druk om de gelijkheid van de mensen en de strijd van de Rede tegen het bijgeloof, maar hun eigen positie kwam toch op de eerste plaats. Ordinaire baantjesjagers waren het, die hun revolutionaire ideeën gebruikten om zelf hogerop te komen. Het driestappenplan voor iedereen die philosophe wil worden.
Door Maarten Arends -- Stel, het is rond 1750, je bent jong, je woont in de Franse provincie, waar je eenvoudige ouders hun saaie, uitzichtloze leven leiden, en je wilt er weg. Je wilt naar de grote stad, waar alles gebeurt. Je wilt aan de top komen, succes hebben, beroemd worden. Er is alleen één probleem: je hebt geen geld. En de enige die weet hoe geweldig je bent, ben je zelf.
Herken je dit beeld? Lees dan snel verder, want dit stukje is speciaal voor jou geschreven. Leer van de groten. Laat je door hen de weg wijzen. Ook beroemde philosophes als Voltaire, Rousseau en Diderot zijn immers met niets begonnen. En kijk waar ze eindigden: ze werden de goden van de Franse revolutie. Zoveel succes is ook voor jou weggelegd. Je hoeft alleen maar te weten waar je het moet zoeken en welke valkuilen je moet vermijden.
De weg naar de top is smal en vol obstakels. Velen struikelen en storten in het ravijn. Maar maak je geen zorgen, jou zal dat niet gebeuren. Jij komt er wel. Welkom in de wereld van de philosophes. [Wat is een philosophe?]
 
Speel mee: in drie stappen naar de top
Voor dit spel heb je nodig: relaties, relaties en relaties. Wie succes wil hebben als philosophe moet kruiwagens hebben en met zijn ellebogen kunnen werken.

Stap 1: Ga in Parijs wonen.
Om te beginnen heb je onderdak nodig. Hoe doe je dat?
Er zijn twee mogelijkheden:

  (1) Huur een kamer. Kosten: zo'n 45 livres per maand voor een simpel hokje met bed, tafel en stoel. Is dat duur? Om de gedachten te bepalen: een redelijke maaltijd in een herberg kostte ongeveer 2 livres, dus zeg 14 euro (30 gulden). Een kamer huren in achttiende-eeuws Parijs kost dus 315 euro (675 gulden). Dat is tegenwoordig minstens het dubbele, maar voor wie geen geld heeft, is het niettemin een enorm bedrag. Goedkoper en effectiever is mogelijkheid
(2) Zoek een logeeradres, liefst bij iemand met connecties. Je hebt dus vrienden, kennissen of familie nodig die in Parijs wonen of relaties hebben in Parijs. In de achttiende eeuw waren logeerpartijen van een paar maanden of langer overigens gebruikelijker dan tegenwoordig. Je hoefde er ook niks voor te betalen. Het ging op basis van dienst-wederdienst: de vrienden die jou introductiebrieven hadden meegegeven om je in Parijs aan onderdak te helpen, stelden op hun beurt hun eigen huis beschikbaar voor gasten uit Parijs.
Stap 2: Zoek een baantje met perspectieven.
Want ook al heb je dringend geld nodig, niet elk baantje komt in aanmerking. Het moet iets zijn dat als opstapje kan dienen naar een carrière als philosophe. Ook daar heb je relaties voor nodig.
Het beste is een aanstelling als secretaris of als privé-leraar bij een welgestelde familie, maar als dat niet meteen lukt kun je ook een tijdje freelancen als vertaler. Als je maar kunt laten zien wat je intellectueel in huis hebt. Je moet ervoor zorgen dat de juiste mensen van jou gecharmeerd raken en je verder willen helpen.
Vertaler worden was heel simpel: je leerde jezelf een beetje Engels (dat kostte een paar weken) en je ging aan de slag. De Parijse elite dweepte met alles wat uit Engeland en Amerika kwam. Voor hen was dat het beloofde land van vrijheid en tolerantie Zie bijvoorbeeld Voltaires Lettres philosophiques (1733), waarin hij het zwart van de Franse instituties plaatst tegenover het redelijke wit van de Engelsen.
Voor sommige uitkeringen moest je een tegenprestatie leveren (zoals teksten herschrijven, biografietjes opstellen, notulen redigeren), voor andere hoefde je alleen maar te zijn wie je was. Een zoon van een tot het katholicisme bekeerde dominee bijvoorbeeld kreeg een jaargeld van 800 livres (3500 euro). (Voorbeeld ontleend aan Darnton, De literaire onderwereld, p. 17.)
Stap 3: Laat je gezicht zien in de salons. [Wat is een salon?]
Uitgenodigd worden voor een salon, dat is nog wel de grootste barrière voor wie philosophe wil worden. Veel philosophes lukte het niet zover te komen. Zij bleven in het tweede stadium hangen. De salons vormden de knooppunten in de relatienetwerken. Daar liepen de mensen rond die overheidsbaantjes te vergeven hadden, die beslisten over de toekenning van jaargelden of andere uitkeringen -- en die je reputatie als verlicht denker konden maken of breken.
Om een salon binnen te komen zijn connecties alleen niet voldoende. Je moet ook zélf wat in huis hebben. Een salon is namelijk een feestje waar de gasten zelf voor het amusement zorgen: ze lezen er voor uit eigen werk, ze spelen toneelstukjes, ze maken briljante grappen, voeren spitse discussies over actuele onderwerpen, maken muziek of vrijen voetje met de gastvrouw. Kortom, wie een salon wil binnenkomen moet een entertainer zijn en moet al een zekere reputatie hebben.
Hoe krijg je zo'n reputatie? Het helpt als je al wat gepubliceerd hebt. Zijn je publicaties controversieel genoeg, dan stromen de uitnodigingen vanzelf binnen. Probleem is alleen dat uitgevers in het algemeen geen onbekend talent uitgeven, tenzij ze er geld voor krijgen. Je hebt dus een mecenas nodig -- maar zo iemand wilde je nu juist in de salons tegenkomen!
Als vertaler heb je betere ingangen. Met je vertalingen kom je misschien niet direct de salons binnen, maar je legt zo wel contacten met uitgevers. Zij weten wat wel en wat geen succes heeft en kunnen je goeie adviezen geven. Wie weet laten ze je zelfs teksten op bestelling schrijven: dan word je niet alleen gepubliceerd, maar je krijgt er nog geld voor ook.
Verder kun je meedoen aan een van de opstellenprijsvragen van de Académie française en de andere Académies. De grote doorbraak van Jean-Jacques Rousseau bijvoorbeeld kwam met een opstel dat hij schreef voor de Académie van Dijon, het Discours sur les sciences et les arts (1750).
Ook ingezonden brieven in de Mercure, de Gazette de France of een van de andere bladen die door de elite gelezen worden vormen een goed beginpunt.
Als je nog niet gepubliceerd bent
Je kunt het natuurlijk proberen zonder gedrukte publicatie. Toen hij nog huisleraar was in Lyon (1741) stuurde Rousseau brieven rond naar belangrijke personen waarin hij ongevraagd zijn ideeën uiteenzette. Bij zijn werkgever Mably probeerde hij op te vallen met een Projet pour l'éducation de monsieur de Sainte-Marie ("monsieur de Sainte-Marie" was een van de zoontjes Mably). Allemaal tevergeefs. Een jaar later ging hij naar Parijs en las daar voor de Académie des sciences zijn Projet concernant de nouveaux signes pour la musique voor. Hij werd uitgelachen.
In 1745 probeerde Rousseau het als componist. Zijn Muses galantes werd inderdaad één keer uitgevoerd, maar daarna was het afgelopen, wegens tegenwerking van Rameau, de toonaangevende componist in die jaren, en ook door zijn eigen gebrek aan talent en vakmanschap. Maar wie wél kan componeren, kan natuurlijk op deze manier proberen de salons binnen te komen. Ook een succesvol toneelstuk kan een mooi visitekaartje zijn.
Wie echt wanhopig is kan misschien eens alle openbare gelegenheden aflopen waar geslaagde philosophes regelmatig komen of bij hen thuis langsgaan om ze lastig te vallen met ongepubliceerde manuscripten. Als je geluk hebt lukt het je inderdaad om de toezegging los te peuteren dat je eens een keer iets mag komen voorlezen -- maar reken er niet te vast op.
Een laatste redmiddel is de liefde. Als je verder geen bijzondere talenten hebt kun je altijd nog proberen om de minnaar te worden van een vrouw met connecties. Van Mme d'Epinay bijvoorbeeld, die grossierde in protégé's. Maar let op: verleid je de verkeerde, dan schiet je er nog niets mee op. -- Zie het geval van Rousseau en Mme de Warens: haar sociale status was bijna net zo penibel als de zijne, al had ze wel meer geld. De baantjes die ze hem bezorgde hielpen hern niet veel verder, en tot overmaat van ramp ruilde ze hem na een paar jaar in voor een jonger exemplaar.
Er is één schrale troost: niet voor alle saIons ligt de drempel even hoog. De meest prestigieuze salons zijn voor de beginnende philosophe misschien iets te hoog gegrepen, maar aan de periferie van het relatienetwerk liggen mindere salons, die beter toegankelijk zijn. Omdat alle knooppunten in het netwerk met elkaar verbonden zijn, kom je er uiteindelijk toch wel, alleen duurt het misschien iets langer. Zorg er in ieder geval voor dat je niet te lang in hetzelfde kringetje blijft hangen. Voor je het weet kún je niet meer verder.
Gefeliciteerd! Je bent uitgenodigd!
Ben je eenmaal in de salons aanbeland, dan ligt de wereld voor je open. Je hoeft nu alleen nog maar met de juiste mensen aan te pappen die je de beste posten bezorgen. Als je het goed aanpakt, kan het heel snel gaan. Jean-Baptiste-Antoine Suard kwam in de jaren 1750 naar Parijs, werkte een paar maanden als vertaler, ging toen stukjes schrijven voor de Mercure, werd toegelaten tot de salons en klom toen op van kopijbewerker bij de Gazette de France (jaarsalaris: 2500 livres, plus appartement met verwarming en verlichting) tot hoofdredacteur van diezelfde Gazette (jaarsalaris: 10.000 livres, en nog steeds dat appartement) en censor bij het Journal de Paris (nog eens 1200 livres) en het toneel (3700 livres). Uiteindelijk had hij een geschat jaarinkomen van 20 000 livres, plus een riant landhuis en een cabriolet. En dan was Suard nog maar een kleintje, vergeleken met de echte grootheden.
Tenslotte
Het zal duidelijk zijn, wie een succesvolle philosophe wil worden moet al zijn rare principes over "vrijheid" en "gelijke kansen voor iedereen" opzij zetten en zich instellen op een leven vol intriges en geslijm.
Dat betekent overigens niet dat niemand in die rare principes geloofde, integendeel. Zoals in onze tijd de bezorgdheid om de wereld, het milieu en de armoede het grootst is in de kringen met het meeste geld, zo bestond de Franse elite uit de achttiende eeuw uit oprechte revolutionairen. Uiteindelijk besloten ze zelf om de daad bij het woord te voegen en gooiden het traditionele bestel helemaal om. Helaas liep het toen een beetje uit de hand -- maar dat is weer een ander verhaal.
Wie wil er nog een hapje cake?
[Geraadpleegde literatuur]

[Wat is een philosophe?][De salons][De boekenwereld]

Epimedium
4 september 2001
Tekst © Maarten Arends
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in Epimedium 107 (december 1999 / januari 2000).